Syntaxis voor omhullende combinaties toepassen


In RFEM kunt u voor uw omhullende combinaties bepaalde operaties toepassen. Zo kunt u combinaties groeperen, combinaties aanduiden als blijvend of tijdelijk, u kunt combinaties zo definiëren dat ze niet tegelijkertijd kunnen optreden. 



Bovenstaand voorbeeld toont een tweetal groepen combinaties. Elke groep wordt aangeduid met Haakjes ( ... ). 


Groep 1: BC2, BC3, BC5, BC6, BC9 en BC10


Voor groep 1 geldt: '/p'. Dit betekent dat groep 1 'blijvend' is. Er wordt geacht dat één van de belastingcombinaties altijd aanwezig is. De andere mogelijkheid is 'Tijdelijk'. Dit betekent dat de combinatie NUL of aanwezig is.


De operator voor Groep 1 is 'of' immers alle operatoren tussen de haakjes zijn van het type 'of'. Dit betekent dat er geen superpositie wordt toegepast; slechts één combinatie werkt tegelijkertijd.


Voor groep 2 geldt het zelfde als voor groep 1.


Het resultaat van deze resultaatcombinatie is dan ook de het Maximum of Minimum van Groep 2 bij het Maximum of Minimum van Groep 1 wordt opgeteld (superpositie). Dit komt omdat de enige operator die niet tussen haakjes staat een '+' is.


Opmerking: Het is mogelijk om direct in de Syntaxis invoer de invoer waardes te wijzigen.


U zet de Haakjes en Resultaatcombinaties aan in het 'Basis' tabblad van de Belastinggevallen & - Combinaties