Soms kan het voorkomen dat aan alle ontwerpen voor een bepaalde staaf of reeks staven is voldaan, maar er wordt nog steeds een 'niet afgedekte wapening' uitgevoerd. Zie ook figuur 1 en 2.



De reden hiervoor is dat het verloop van de 'bestaande wapening' voor de boven- en onderlaag wordt gegenereerd uit de layout van de wapeningsstaven binnen de doorsnede.


De wapeningsstaven boven het zwaartepunt worden toegewezen aan de 'bovenste laag/zone' en de wapeningsstaven onder het zwaartepunt worden toegewezen aan de 'onderste laag/zone'. Dit betekent dat het verloop van de 'bestaande wapening' geen rekening houdt met het werkelijke verloop van de nullijn binnen de doorsnede en controleert welke wapeningsstaaf zich daadwerkelijk in de trekzone bevindt.



Bij de controles wordt echter het werkelijke verloop van de nullijn binnen de doorsnede gecontroleerd. Dit betekent dat wapeningsstaven die geometrisch zijn toegewezen aan de 'onderwapening' (verloop van de bestaande wapening) wiskundig kunnen worden toegewezen aan de trekwapening. Dit is te zien in figuur 3. De rood gemarkeerde wapeningsstaven zijn geometrisch toegewezen aan de onderwapening. Uit de spanningsverdeling binnen de doorsnede blijkt echter dat deze ook onder spanning staan en dienovereenkomstig voor de ontwerpen worden gebruikt. Voor het ontwerp zijn alle staven (rode en groene markeringen in figuur 3) toegepast. Op dit punt wordt dus aan alle ontwerpen voldaan, hoewel het verloop van de 'niet afgedekte wapening' anders doet vermoeden.