Verschil tussen effectieve lengtes en randvoorwaardes voor staal

In RFEM en RSTAB kun je voor stalen staven effectieve lengtes of randvoorwaardes definieren. Effectieve lengtes zijn de zogenaamde knik (y/z), kip en torsiekniklengtes. Via randvoorwaardes kun je de randvoorwaardes van individuele steunpunten van een staaf ingeven. In de norm toetsing van de stabiliteit volgens de Eurocode maakt de algemene methode volgens artikel 6.3.4 gebruik van de randvoorwaardes. De toetsing van stabiliteit voor 'gangbare' profielen volgens artikel 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 maakt gebruik van de effectieve lengtes. Het is in RFEM slechts mogelijk om één van de twee methodes te selecteren bij 'Ontwerp types'. In beide gevallen is het mogelijk om excentrische steunen (voor knik of kip) aan te geven.


Via de Ontwerp configuratie wordt de locatie van de last ingegeven: Stabiliserend of Destabiliserend.


In het staafeigenschappen venster is het tabblad 'Ontwerp types' beschikbaar.


Steunpunten worden ingegeven op tussenpunten via de staaf tabblad 'Knopen op Staaf'.


In RFEM worden effectieve lengtes met een oranje kleur aangeduid en randvoorwaardes via een paarse kleur. Via de Navigator - Weergave kunnen de effectieve lengtes en de randvoorwaardes AANgezet worden.



Per steunpunt dienen de randvoorwaardes ingegeven te worden.


Bewerken van Effectieve lengtes met de juiste randvoorwaarden voor de tussensteunpunten


Bewerken van Randvoorwaardes met de juiste randvoorwaarden voor de tussensteunpunten.


Het resultaat van de normcontrole volgens de Eurocode 3 toont een duidelijke weergaven van de toets. Logischerwijs geeft de algemene controle een grotere Unity Check.



Enkel voor de normtoets volgens de effectieve lengtes is het mogelijk om grafisch de toegepaste effectieve lengte te controleren: